Boeg


De boeg is de voorsteven van een schip en vormt het voorste punt ervan. De meeste boegen zijn ontworpen om de scheepsweerstand en het stampen te verminderen. Veel zeeschepen zijn uitgerust met een bulbsteven om de golfweerstand te verminderen.

De constructie bestaat uit de bak en de voorpiek en achter het aanvarings- of voorpiekschot vaak de scheepsruimen.

De stoombootboeg is recht verticaal of, indien nodig, met een lichte voorwaartse val. De vorm is ontwikkeld met de komst van stoomschepen om de eerder gebruikte boogvormen met boegspriet te vereenvoudigen. In de periode na de Eerste Wereldoorlog werd de stoombootsteven vervangen door nieuwere ontwikkelingen zoals Normalboeg en Maiersteven en werd alleen gebruikt waar de lengte werd beperkt, bijvoorbeeld door sluisafmetingen (binnenvaartschepen, grote meerschepen). Meer recent heeft de rompvorm een renaissance ondergaan vanwege zijn voordelen in grotere schepen en meer gevarieerde diepgang en snelheid.

Bij de Normalboeg heeft de vorm de taak om het water bij paaltjespikken opzij af te leiden zodat de boeg niet in de golf duikt.

Bij de Bijlboeg is dit risico wel groter maar de klap word wel minder en het schip verliest minder vaart.

Bijlboeg

De bijlboeg is een vorm van de boeg van een schip, die zich kenmerkt door een geheel verticale steven (net als bij de Titanic) en een relatief hoog en smal voorschip, een boeg met de vorm van een bijl. Het schip snijdt het water als het ware doormidden en blijft daarbij met de boeg in het water. Daardoor is het vaartuig minder gevoelig voor golfbewegingen. Doordat de boeg niet uit het water komt, heeft het schip geen last van paaltjespikken. Dat effect wordt bereikt doordat de smalle rompvorm van het voorschip minder opdrijvend vermogen heeft en daarmee de beweging vertraagt. Een klein nadeel van deze rompvorm is dat het schip door haar grotere lengte, minder wendbaar is. De lengte van de waterlijn is dan ook natuurlijk groter en geeft ook meer weerstand door waterwervels. Dit kan eventueel opgevangen worden door een groter roer toe te passen. Een ander nadeel is dat de waterweerstand wat groter is door het grotere rompoppervlak.

Paaltjespikken

Afbeeldingsresultaat voor cruise ship waves

Paaltjespikken of paaltjesrijden is een term waarmee zowel in de zeevaart als de binnenvaart het effect wordt aangeduid, dat vaak optreedt als een schip tegen een hoge golf opvaart, omhoog komt en weer op het water slaat. Het is het gevoel alsof het schip plotseling op iets massiefs als een paal slaat. Dit wordt veroorzaakt door de klap, de dreun, die het schip krijgt, als het voorschip in de golf uit het water komt en in het golfdal daarna weer op het water klapt. Voor minder ervaren opvarenden is het een schrikwekkende ervaring als het aan boord bij flinke zeegang voor het eerst optreedt. Het geeft geen problemen, omdat het schip op dit effect is berekend, hoewel de bodembeplating het zwaar te verduren krijgt.

Een manier om het te voorkomen is het aanpassen van de rompvorm van het voorschip, zodanig dat het schip het water als het ware doormidden klieft. Door het verminderde opdrijvend vermogen van het voorschip wordt de opgaande beweging vertraagd en treedt het effect bij zo’n bijlboeg niet meer op.