Didam (1891-1895)


De Didam was een in 1891 in gebruik genomen passagiersschip van de Nederlandse rederij Holland-Amerika Lijn, dat werd gebruikt als transatlantische lijnvaart op de Noord-Atlantische Oceaan en vervoerde passagiers, vracht en post van Rotterdam naar Baltimore. In 1895 werd het schip verkocht aan de Britse Rode Kruislijn en omgedoopt tot Santarense. Het zonk in de Atlantische Oceaan op 17 juni 1896 na een aanvaring met de Britse viermaster bark Dundonald.

In 1888 opende de Holland-Amerika Lijn een nieuwe lijndienst van Rotterdam naar Brazilië en de Río de la Plata en bestelde daarom twee nieuwe schepen voor deze route, de Didam (2.751 brt) en de Dubbeldam (2.760 brt). De oudere schepen van de rederij voeren de route totdat de twee schepen waren voltooid. Echter, met de Baring-crisis van 1890 die de handel en immigratie naar Zuid-Amerika ernstig trof, week de HAL af van zijn oorspronkelijke plan en plaatste alleen de Didam op de Zuid-Amerikaanse route. In plaats daarvan voer de Dubbeldam de traditionele Noord-Atlantische route.

Het stalen stoomschip Didam werd gebouwd op de scheepswerf Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (NSM) in Rotterdam en ging op 9 februari 1891 te water. De Didam was een 101,25 meter lang en 12,16 meter breed passagiers- en vrachtschip met twee dekken, twee masten en een trechter.

De driecilinder stoommachine met drievoudige expansie dreef een enkele propeller aan en kon een topsnelheid van 12 knopen halen. Het motorvermogen was 2100 PSI. Het schip kon 40 passagiers in eerste klas en 464 in derde klasse vervoeren. De Didam liep uit op 20 mei 1891 op haar eerste reis naar Zuid-Amerika. Toen de HAL in oktober 1892 vanwege de lokale financiële crisis haar Zuid-Amerikaanse dienst stopte, werd de Didam net als haar zusterschip op de route naar Baltimore gezet.

Beide schepen werden in september 1895 voor £ 58.000 verkocht aan de Red Cross Line (Robert Singlehurst & Company), opgericht in 1869 in Liverpool. De Didam werd de Santarense en de Dubbeldam kreeg de naam Madeirense. Met deze verkoop werd de bouw van het nieuwe Rotterdam (III) van 1897 gefinancierd. Een andere eigendomsoverdracht vond plaats in 1901 toen de Rode Kruislijn fuseerde met de Boothlijn.

Op 13 juni 1896 verliet de Santarense met 47 passagiers en 51 bemanningsleden aan boord onder bevel van kapitein W.G. Murray Madeira voor een oversteek naar Para (Brazilië). Vier dagen later kwam ze in de Atlantische Oceaan ten westen van Kaapverdië in aanvaring met de Britse viermaster bark Dundonald (2.205 brt, Bj. 1891), die onder bevel stond van kapitein Robert Girvan met een lading tarwe en 29 bemanningsleden uit San Francisco. naar Hull in Engeland. De Santarense zonk als gevolg van de aanvaring op de positie ♁15° N 33° W zonder verlies van mensenlevens. Passagiers en bemanning werden eerst aan boord van de Dundonald gebracht en de volgende ochtend overgebracht naar het Noorse schip Hirotha, dat hen naar Para bracht.

SS Dundonald