Rotterdam (I) (1873-1883)


SS Rotterdam was een Nederlands passagiersschip dat aan de grond liep en zonk op de Zeehondenbank nabij het Nederlandse eiland Schouwen, terwijl ze onderweg was van New York, Verenigde Staten naar Rotterdam, Nederland.

Rotterdam werd in 1872 gebouwd op de scheepswerf Henderson, Coulborn and Company in Renfrew, Schotland, Verenigd Koninkrijk. Ze werd voltooid in 1872 en te water gelaten op 6 juni 1872.

Het schip was 81,8 meter lang, 10,7 meter breed en hand een diepgang van 8,7 meter diep. Het schip werd getaxeerd op 1.694 brt en had 2 dekken. Ze had een 1 x 4 cilinder viervoudige expansiemotor die een enkele schroef aandreef, maar ze kon ook haar 10 zeilen gebruiken voor voortstuwing. De motor had een vermogen van 1300 IHP.

Ze begon haar eerste reis op 15 oktober 1872, zeilend van Rotterdam, Nederland naar New York, Verenigde Staten, via Plymouth, Verenigd Koninkrijk. Aan boord waren 10 Cabin class passagiers, 60 emigranten en 600 ton vracht. De overtocht werd gemaakt in 14 dagen en 6 uur. Dit was ook de eerste reis van een eigen schip voor het bedrijf. Het schip verliet New York op 5 november 1872 om terug te keren naar Rotterdam.

Er ontstond enige opwinding op 28 januari 1876 toen de New York Times meldde dat de bekende “Boston Forger“, de heer E.D Winslow, uit de Verenigde Staten naar Nederland was ontsnapt door een overtocht te maken op de SS Rotterdam. Hij had zijn gezin (3 personen), een bankcheque van 3.700 Nederlandse guldens en $ 200.000 aan gouden munten bij zich. Hij werd achtervolgd door twee rechercheurs, maar ze konden hem pas traceren naar de Holland America-dokken tegen de tijd dat het schip was uitgevaren. Omdat de VS geen uitleveringsverdrag met Nederland hadden, was zijn ontsnapping compleet.

Op 29 november 1879 meldde de New York Herald dat de aankomst van het schip voor veel opschudding zorgde toen ze arriveerde zonder haar voormast en haar tussendek volledig vernield. Het schip was op 8 november 1879 uit Rotterdam vertrokken en had met mooi weer op 20 november in New York moeten aankomen. Woeste weersomstandigheden hadden aanzienlijke schade aan het schip veroorzaakt en hadden geleid tot een vertraging van 6 dagen toen ze op 26 november 1879 aanmeerde. Er waren geen berichten over eventuele slachtoffers.

In het voorjaar van 1883 werd het schip opgeknapt en werden nieuwe ketels geïnstalleerd op de werf van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij in Rotterdam. Dit scheelde aanzienlijk in het brandstofverbruik. Het schip komt weer in de vaart, maar maakte slechts een paar overtochten.

Op 26 september 1883 was Rotterdam op haar 65e reis van New York, Verenigde Staten naar Rotterdam, Nederland toen ze aan land vaarde op de Zeehondenbank nabij het Nederlandse eiland Schouwen. Alle 56 opvarenden overleefden het incident en werden door de lokale reddingsboot de Zierikzee van het schip geëvacueerd en kwamen veilig aan land. De bemanning arriveerde kort nadat ze was overgeplaatst naar de sleepboot Nieuwesluis die was uitgezonden nadat het gestrande schip een verzoek had verzonden. Later werd een tweede sleepboot, de Hellevoetsluis, uitgezonden. Het schip lag echter zo hoog op de oever dat er heel weinig aan gedaan kon worden.

Toen sloeg het weer om en het verlaten schip brak op 12 oktober 1883 in twee stukken als gevolg van de brekende golven die zich opstapelden boven de Zandbank en uiteindelijk verdween de romp onder de zee. Alle te redden items werden op 29 oktober 1883 op een openbare veiling verkocht.

Sommige overblijfselen van het wrak zijn er nog steeds, gelegen in 5 meter diep water en worden soms bezocht door lokale duikers.