Edam (l) (1881-1882)


Het ijzeren stoomschip “Edam” werd op 11 augustus 1881 te water gelaten en was een zusterschip van de eerdere “Amsterdam”.

In oktober 1881 kwam de “Edam” in dienst van een één-schip-rederij waarin de NASM deelnam. De eerste reis van de “Edam” vond plaats onder kapitein J.H.W. Taat op 29 oktober en voerde van Rotterdam naar New York. 

Destijds woedde er een hevige concurrentiestrijd tussen de NASM en de Amsterdamse rederij KNSM. De directie van de NASM besloot een concurrerende dienst vanuit Amsterdam op te zetten.

Dat men vanuit Amsterdam ging varen met een aantal schepen had nog een andere reden; door de nog steeds verzandende Nieuwe Waterweg konden schepen niet volledig worden geladen.

1882 De “Edam”, onder kapitein JHW Taat, met aan boord 8 kajuitpassagiers en 200 tussendekpassagiers, kreeg op de 2e reis vanuit Rotterdam te maken met afschuwelijk slecht weer op de Noord-Atlantische oceaan. Op 13 januari meldde de hoofdmachinist dat de schroefbladen los begonnen te raken. De volgende dag waren deze verdwenen. Door de zeilen te hijsen kon een geringe snelheid van 6 knopen worden gehaald. Vervolgens stak een hevige storm op waardoor masten en zeilen overboord werden geslagen. Bovendien vroor het dat het kraakte en verscheidene officieren en bemanningsleden kregen bevriezingsverschijnselen. De emigranten moesten onderdeks opgesloten worden om te voorkomen dat zij aan dek van het slingerende schip overboord zouden worden gespoeld door de overkomende zeeën. Met het schip op drift langs de Nantucket Shoals, werden de noodseinen door verschillende schepen niet beantwoord. Uiteindelijk nam het Engelse ss “Napier” (captain Anderson) de “Edam” op sleeptouw en bracht het op 28 januari binnen te New York. Bij aankomst bleken alle passagiers in goede conditie. De “Edam” ging voor inspectie het droogdok in en kreeg een nieuwe schroef gemonteerd. Daarop volgde de terugreis en de “Edam” arriveerde op 22 maart te Amsterdam. Daarna volgden reizen naar New York, beurtelings van Amsterdam en Rotterdam.

1882 De “Edam” vertrok op 8 april als eerste NASM-schip uit Amsterdam met een recordlading van 3000 ton naar New York.

1882 Slechts 11 maanden na haar indienststelling ging de “Edam”, onder kapitein Jan Hendrik Willemszoon Taat op 21 september 1882 verloren nadat ze ter hoogte van de machinekamer was geramd door het s.s. “Lepanto” van de Wilson Line (Engeland). De opvarenden, op de 2 dienstdoende machinisten, Leyendecker en van Geyt na, konden worden gered door de “Lepanto” en werden op 21 oktober te New York aan land gebracht.