Safety of Life at Sea) (SOLAS)


Het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Safety of Life at Sea) (SOLAS) is een internationaal maritiem verdrag dat minimale veiligheidsnormen vaststelt voor de constructie, uitrusting en exploitatie van koopvaardijschepen. De conventie vereist dat ondertekenende vlaggenstaten ervoor zorgen dat schepen die onder hun vlag varen, ten minste aan deze normen voldoen.

De originele versie is geschreven naar aanleiding van het zinken van de Titanic in 1912.

De huidige versie van SOLAS is de versie uit 1974, bekend als SOLAS 1974, die op 25 mei 1980 in werking is getreden. In november 2018 had SOLAS 1974 164 verdragsluitende staten, die ongeveer 99% van de koopvaardijschepen over de hele wereld voeren in termen van bruto tonnage.

SOLAS in zijn opeenvolgende vormen wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste van alle internationale verdragen betreffende de veiligheid van koopvaardijschepen. Met ingang van 2015 zijn onder meer Bolivia, Libanon en Sri Lanka die geen partij zijn bij SOLAS 1974, allemaal beschouwd als de vlag van gemaksstaten.

SOLAS 1974 vereist dat vlaggenstaten ervoor zorgen dat schepen die onder hun vlag varen, voldoen aan de minimale veiligheidsnormen bij de constructie, uitrusting en exploitatie van koopvaardijschepen. Het verdrag bevat artikelen met algemene verplichtingen, enz., Gevolgd door een bijlage die is onderverdeeld in twaalf hoofdstukken. In 2016 en 2017 zijn twee nieuwe hoofdstukken toegevoegd. Hiervan is hoofdstuk vijf (vaak ‘SOLAS V‘ genoemd) het enige dat van toepassing is op alle schepen op zee, inclusief privéjachten en kleine vaartuigen op lokale reizen en op commerciële vaartuigen op internationale passages. Veel landen hebben deze internationale vereisten omgezet in nationale wetten, zodat iedereen op zee die de SOLAS V-vereisten overtreedt, gerechtelijk kan worden vervolgd.

Hoofdstuk I – Algemene bepalingen

Onderzoeken van de verschillende soorten schepen en certificeren dat ze voldoen aan de eisen van het verdrag.
Hoofdstuk II-1 – Constructie Onderverdeling en stabiliteit, machines en elektrische installaties
De onderverdeling van passagiersschepen in waterdichte compartimenten zodat een schip na beschadiging van de romp drijvend en stabiel blijft.

Hoofdstuk II-2 – Brandbeveiliging, branddetectie en brandbestrijding
Brandveiligheidsbepalingen voor alle schepen met gedetailleerde maatregelen voor passagiersschepen, vrachtschepen en tankers.

Hoofdstuk III – Reddingsmiddelen en regelingen

Reddingsmiddelen en voorzieningen, met inbegrip van eisen voor reddingsboten, hulpverleningsboten en reddingsvesten naar gelang van het type schip. De specifieke technische vereisten worden gegeven in de International Life-Saving Appliance (LSA) Code.

Hoofdstuk IV – Radiocommunicatie

Het Global Maritime Distress Safety System (GMDSS) vereist dat passagiers- en vrachtschepen op internationale reizen radioapparatuur bij zich hebben, waaronder satellietnoodpositie-indicerende radiobakens (EPIRB’s) en zoek- en reddingstransponders (SART’s).

Hoofdstuk V – Veiligheid van navigatie

Dit hoofdstuk verplicht overheden ervoor te zorgen dat alle schepen uit veiligheidsoogpunt voldoende en efficiënt bemand zijn. Het stelt eisen aan alle schepen met betrekking tot reis- en doorgangsplanning en verwacht een zorgvuldige beoordeling van alle voorgestelde reizen door iedereen die op zee gaat. Elke zeeman moet rekening houden met alle mogelijke gevaren voor de navigatie, weersvoorspellingen, getijdenvoorspellingen, de bekwaamheid van de bemanning en alle andere relevante factoren. Het voegt ook een verplichting toe voor alle kapiteins van schepen om hulp te bieden aan mensen in nood en regelt het gebruik van levensreddende signalen met specifieke eisen met betrekking tot gevaar en noodberichten. Het verschilt van de andere hoofdstukken, die van toepassing zijn op bepaalde klassen van commerciële scheepvaart, doordat deze vereisten van toepassing zijn op alle schepen en hun bemanning, inclusief jachten en privé-vaartuigen, op alle reizen en reizen, inclusief lokale.

Hoofdstuk VI – Vervoer van vracht

Eisen voor het stuwen en vastzetten van alle soorten lading en vrachtcontainers behalve vloeistoffen en gassen in bulk

Hoofdstuk VII – Vervoer van gevaarlijke goederen

Vereist dat het vervoer van alle soorten gevaarlijke goederen in overeenstemming is met de International Bulk Chemical Code (IBC Code), The International Code of the Construction and Equipment of Ships Caring Liquefied Gases in Bulk (IGC Code) en de International Maritime Gevaarlijke goederencode (IMDG-code).

Hoofdstuk VIII – Nucleaire schepen

Schepen met kernenergie moeten, met name wat betreft stralingsgevaren, voldoen aan de veiligheidscode voor nucleaire koopvaardijschepen.

Hoofdstuk IX Beheer voor de veilige exploitatie van schepen

Vereist dat elke reder en elke persoon of onderneming die de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen voor een schip voldoet aan de International Safety Management Code (ISM). [2]

Hoofdstuk X – Veiligheidsmaatregelen voor hogesnelheidsvaartuigen

Maakt de internationale veiligheidscode voor hogesnelheidsvaartuigen (HSC-code) verplicht.

Hoofdstuk XI-1 Speciale maatregelen ter verbetering van de maritieme veiligheid

Eisen met betrekking tot organisaties die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van onderzoeken en inspecties, uitgebreide onderzoeken, het scheepsidentificatienummer-schema en operationele vereisten.

Hoofdstuk XI-2 Speciale maatregelen ter verbetering van de maritieme veiligheid
Bevat de International Ship and Port Facility Security Code (ISPS-code). Bevestigt dat de rol van de kapitein bij het handhaven van de veiligheid van het schip niet door de maatschappij, de bevrachter of enige andere persoon wordt beperkt en niet kan worden beperkt. Havenfaciliteiten moeten veiligheidsbeoordelingen uitvoeren en veiligheidsplannen voor havenfaciliteiten ontwikkelen, implementeren en herzien. Regelt de vertraging, aanhouding, beperking of verdrijving van een schip uit een haven. Vereist dat schepen een scheepsveiligheidswaarschuwingssysteem moeten hebben, evenals gedetailleerde maatregelen en vereisten.

Hoofdstuk XII -Aanvullende veiligheidsmaatregelen voor bulkschepen

Specifieke structurele vereisten voor bulkschepen met een lengte van meer dan 150 meter.

Hoofdstuk XIII – Controle van de naleving

Maakt vanaf 1 januari 2016 het IMO-auditprogramma voor lidstaten verplicht.
Hoofdstuk XIV – Veiligheidsmaatregelen voor schepen die in poolwateren opereren
In dit hoofdstuk wordt vanaf 1 januari 2017 de introductie en deel I-A van de internationale code voor schepen die in poolwateren varen (de poolcode) verplicht gesteld.