P. Caland (1873-1897)


De P. Caland was een in 1874 in gebruik genomen passagiersschip van de Nederlandse rederij Holland-Amerika Lijn, dat als transatlantische lijnvaart op de Noord-Atlantische Oceaan werd gebruikt en passagiers, vracht en post vervoerde van Rotterdam naar New York. Het schip, een van de eerste van de rederij, werd in 1897 verkocht en in 1910 in Marseille gesloopt.

(NASM) P. Caland 1873-1897

Oostenrijkse Cosulich Line Ressel 1897-1899

Carmaine 1899-1910

Het stoomschip P. Caland van 2.540 brt werd gebouwd op de Robert Napier & Sons-scheepswerf in Govan bij Glasgow en werd op 2 mei 1874 te water gelaten op de Clyde.

De P. Caland en haar zusterschip, de WA Scholten (2.529 brt), eveneens gebouwd door Robert Napier & Zonen, werden gebouwd voor de Nederlandse rederij Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij N.V. (NASM), beter bekend als de Holland-Amerika Lijn (HAL). Deze rederij was gevestigd in Rotterdam, tevens de thuishaven van het schip.

De P. Caland en de W.A. Scholten, gelanceerd in februari 1874, werden op 18 april 1873 besteld bij Robert Napier & Sons. Het waren de eerste nieuwe aanwinsten na de eerste twee schepen van de Holland-Amerika Lijn, de Rotterdam (I) (1.705 brt) en de Maasdam (I) (1.705 brt). De P. Caland is vernoemd naar de Nederlandse ingenieur Pieter Caland, terwijl de WA Scholten is vernoemd naar de Nederlandse industrieel Willem Albert Scholten.

De stoomboot was 112,16 meter lang, 11,58 meter breed en had een maximale diepgang van 8,68 meter. Het was uitgerust met een enkele scheepsschoorsteen, een enkele propeller en drie masten met schoenertuigage. De smeedijzeren romp eindigde in een achterschip van een klipper en was verdeeld in zeven waterdichte compartimenten, elk voorzien van twee pompen. De tweecilinder samengestelde stoommachine kon 1.800 pk produceren en maakte een kruissnelheid van elf knopen mogelijk.

De passagiersverblijven zijn ontworpen voor 24 eerste klas, 18 tweede klas en 500 derde klas passagiers. De bemanning bestond uit 67 personen. In de kolenbunkers kon tot 557 ton kolen werden ondergebracht. De dagelijkse behoefte was 34 ton.

Op 11 juli 1874 verliet de P. Caland Rotterdam voor haar eerste reis via Plymouth naar New York. Vanaf 14 juli 1888 was Amsterdam het startpunt van hun Atlantische oversteek. Vanaf 14 mei 1890 voer ze de route Rotterdam – Boulogne – New York.

Op 15 april 1891 kwam de P. Caland in het Engelse Kanaal ongeveer tien zeemijl ten westen van de Varne Sandbank in aanvaring met de Britse vrachtstoomboot Glamorgan (2.066 brt) van de Glamorgan Steamship Company, die onderweg was van Antwerpen naar Cardiff en zonk. als gevolg van de aanrijding. Kort daarna, op 15 juli 1891, zat de P. Caland weer op de route van Amsterdam naar New York. In april 1897 maakte ze haar laatste reis voor de Holland-Amerika Lijn.

In hetzelfde jaar, op 23 juli 1897, ging het schip naar de Oostenrijkse Cosulich Line, waarvoor het onder de naam Ressel in dienst was. Slechts twee jaar later werd het verkocht aan Franse eigenaren en veranderde de naam in Carmaine. In maart 1910 werd het 36 jaar oude schip definitief gesloopt in Marseille.